Iedereen in Utrecht heeft wel ergens last van
De bezoekdruk door toeristen op Utrecht blijft ‘relatief laag’ vergeleken bij de andere grote steden in ons land. Dit stelt de Utrecht Monitor 2019 die eind april verscheen. Ook signaleert het stuk dat maar liefst 12 procent van de Utrechters last heeft van tijdelijke woningverhuur aan toeristen. Host Club Utrecht vindt dat met dit laatste een beeld geschetst wordt waarop wel een en ander valt af te dingen. In dit stuk een greep uit enkele gegevens van de Utrecht Monitor, gevolgd door ons commentaar op de vraagstelling naar de last die burgers ervaren van toeristische woningverhuur.
Aantal boekingen in Utrecht via Airbnb ‘groot’
In 2019 boekten 451.000 personen logies in een hotel of andere slaapgelegenheid in onze stad, 10.000 meer dan in 2018. Ook het aantal geboekte nachten nam toe: van 689.000 in 2018 naar 757.000 in 2019. Hoewel actuele cijfers over Airbnb-overnachtingen ontbreken wordt geschat dat tussen de 25 en 30 procent van alle overnachtingen via dit platform tot stand zijn gekomen. De Utrecht Monitor noemt dit een ‘groot’ aandeel vergeleken bij de andere grote steden zoals Rotterdam (15 procent) en Den Haag (20 procent) en ook Maastricht (5 procent). Amsterdam wordt niet meegerekend. De hoofdstad is met afstand de belangrijkste toeristische bestemming.
Lage bezoekdruk
De lage bezoekdruk op Utrecht is in 2018 berekend aan de hand van het aantal overnachtingen zowel per vierkante kilometer als per 100 inwoners. Deze rekenmethode levert gemiddeld 20 overnachtingen per vierkante kilometer op en 0,5 overnachting per 100 inwoners. Ter vergelijking: Amsterdam telt 276 overnachtingen, Rotterdam 26. De bezoekdruk, aldus het onderzoek, is hiermee het laagst.
Last
De lage bezoekdruk betekent toch dat 12 procent van de Utrechters aangeeft wel eens last te ervaren van tijdelijke verhuur van woningen aan toeristen in de eigen buurt. De monitor baseert dit op een inwonersenquête van de gemeente Utrecht.
Toeristen waarderen Utrecht
Van de verblijfsgasten in Utrecht komt 57 procent voor zakelijke doeleinden en 43 procent voor toerisme en vrije tijd. Stadswandelingen zijn bij deze laatste groep favoriet. De top drie van herkomstlanden is Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk. Toeristen zijn positief over de Domstad. Ze geven Utrecht het rapportcijfer 8,6. Zie ook: https://www.utrecht-monitor.nl/economie-inkomen/economie/toerisme
Wat vindt Host Club Utrecht van de uitkomsten?
We zijn blij dat onze stad ondanks de lichte toename van het aantal bezoekers van buiten Utrecht en de 757.000 geboekte overnachtingen qua ‘bezoekdruk’ aan de lage kant zit. Ook hun waardering met het rapportcijfer 8,6 voor de stad is een mooi resultaat.
Toch stellen we vraagtekens bij de bewering dat maar liefst 25 tot 30 procent van alle overnachtingen via Airbnb tot stand is gekomen. Dit percentage is ontleend aan de Airbnb Monitor uit 2018, terwijl de Utrecht Monitor over 2019 gaat. We hebben stellig de indruk dat de Utrecht Monitor de pijlen gericht wil blijven houden op Airbnb, zeker in combinatie met de last die 12 procent van de Utrechters zegt te hebben ‘van tijdelijke verhuur van woningen aan toeristen in de eigen buurt’. Zo wordt de focus wel heel exclusief gericht op Airbnb-toerisme, terwijl heel veel meer Utrechters last zeggen te hebben van andere soorten hinder.
Een al te gortig cijfer
Maar goed, als we die 12 procent omrekenen naar een absoluut cijfer komen we op het onvoorstelbare aantal van 43.000 mensen die last ervaren. Dit lijkt ons al te gortig.
We hebben de afdeling Onderzoek van de gemeente Utrecht om toelichting gevraagd. De ‘thema-adviseur toerisme’ liet weten dat het aantal deelnemers aan de enquête 6.860 personen betrof. Als je de 12 procent hierop afzet kom je op slechts 823 personen die last hebben ervaren. Het is maar de vraag in hoeverre deze 823 personen representatief zijn voor de gehele stadsbevolking van 16 jaar en ouder. Immers de enquêtedeelnemers zijn betrokken individuen die op eigen initiatief de moeite namen om de vragen te beantwoorden. Deze respondenten maken deel uit van een burgerpanel met in totaal 27.440 personen. Driekwart hiervan liet de enquête links liggen. Dit doet enorm afbreuk aan de representativiteit.
Blijven de 823 personen die zeggen last te ervaren. Maar hoe verhoudt dat aantal zich tot de tien klachten die reëel bij het meldpunt van de gemeente zijn neergelegd?
Enquêtevraag suggestief
Een bijzonder zwak punt is de vraagstelling zelf. Deze luidde als volgt:
‘En hoe vaak heeft u in uw buurt last van…
tijdelijke verhuur van woningen aan toeristen?’
In deze onprofessionele manier van vragen zit de veronderstelling al ingebakken dat tijdelijke verhuur sowieso last veroorzaakt. De betrokken enquêtedeelnemer wordt zo heel makkelijk uitgenodigd om te zeggen dat hij last ondervindt van tijdelijke toeristische woningverhuur. De vraag is niet open en niet vrij van appreciaties. Een vraag als bijvoorbeeld ‘merkt u wel eens wat van toeristen in uw buurt?’ zou een veel betrouwbaarder beeld kunnen opleveren.
Er zit bovendien nog een zwakte aan. De bewoner zal doorgaans niet weten of het gaat om dít type verhuur, terwijl het ook kan gaan om een bed-and-breakfast, couch-surfing of short-stayverhuur.
De adviseur van de gemeente gaf als toelichting dat die vraag bedoeld is om de ‘perceptie’ van de buurtbewoner te peilen. Het gaat dus om de beleving van de bewoner zelf. Woordvoerder kon desgevraagd niet zeggen of de bewoner die last heeft van ‘tijdelijke verhuur’ die last erger, ingrijpender of vaker ervaart dan andere soorten last van bijvoorbeeld de buren, de buurt of verdere omgeving.
Iedereen heeft wel ergens last van
In een grote stad heeft de inwoner altijd wel ergens last van. Bijvoorbeeld 15 procent ervaart overlast door ongelijke tegels in de stoep, 28 procent ervaart overlast van lawaai van verkeer, 25 procent ervaart overlast door jongeren op straat. (https://utrecht.incijfers.nl/dashboard/inwonersenquete/uw-buurt)
Hier liggen de percentages nog wel een stuk hoger dan de 12 procent Utrechters die aangeeft in eigen buurt wel eens last te hebben van tijdelijke woningverhuur aan toeristen.
Wij denken dat wonen in de grote stad een hogere tolerantie vraagt ten aanzien van welke overlast ook, afgewogen tegen de enorme voordelen van wonen in de stad waar het bruist van economische bedrijvigheid en cultuur, gezondheidszorg en onderwijs binnen handbereik.
Conclusie
We kunnen dan ook concluderen dat de Utrecht Monitor 2019 neigt tot stigmatisering van overlast door Airbnb-toerisme zonder dit in de context te plaatsen van andere vormen van overlast. Met de bewering dat 12 procent van de Utrechters last ervaart van toeristische verhuur roept de Utrecht Monitor een beeld op dat in de werkelijkheid lang zo absoluut niet is, zowel kwantitatief als kwalitatief. De suggestieve vraagstelling in de enquête is hier mede debet aan.
Voor beleidsontwikkeling voor een gastvrij Utrecht zullen college en gemeenteraad van onze stad meer hebben aan onderzoek dat verder gaat dan een enkele perceptievraag die de geënquêteerde ook nog suggesties in de mond legt.